0 – 4 jaar 5 – 12 jaar 13 – 18 jaar
Jonge kinderen ervaren allerlei gevoelens, maar kunnen die nog niet benoemen. Ze moeten leren om woorden te geven aan wat ze voelen. Als ze niet goed kunnen praten, moeten ze leren om dit met ’pictogrammen duidelijk te maken. Vertel je kind wat je aan hem merkt aan emoties. Zo help je hem.
Peuters hebben door dat ze iemand zijn met gevoelens en gedrag. Ook merken ze dat ze met hun gevoelens en gedrag invloed hebben op andere mensen. Ze zeggen bijvoorbeeld ‘nee’ of willen graag dingen zelf doen.
Als het kind niet alles zelf kan doen, kan het vaak wel een deel van een handeling doen of zelf een keuze maken:
Vanaf 3 jaar kunnen kinderen zich langzaamaan een beetje verplaatsen in een ander. Als ouder kun je veel uitleggen in simpele zinnetjes: ‘Je vriendin huilt, omdat ze pijn heeft’.
Als Madelon moe is of niet lekker in haar vel zit, kan ze ineens boos worden om een kleinigheid. Ze stampt, gilt, schreeuwt of gaat onbedaarlijk huilen. Ze is niet te stoppen, wat je ook probeert. Hoe reageer jij?
Niet alle bovenstaande situaties passen misschien bij jouw kind, maar kijk welke manier van reageren jij zou kiezen in deze situatie. Klik op die reactie voor meer informatie.