• Over CP & Gedrag
    • Inleiding
    • Wat is CP?
    • CP & ontwikkeling
    • CP & emotie
    • CP & opvoeding
    • Documenten, boeken en links
  • Emoties & Omgeving
    • Inleiding
    • Omgaan met emoties
    • Omgaan met andere mensen
    • Omgaan met beperkingen
    • Zelfstandigheid & zelfvertrouwen
    • Documenten, boeken en links
  • Leren & Begrijpen
    • Inleiding
    • De wereld ontdekken
    • De piramide van leren en begrijpen
    • Prikkelverwerking
    • Documenten, boeken en links
  • CP & dagelijks leven
    • Inleiding
    • Slapen
    • Eten/voeding
    • Overzicht & energie
  • School & CP
    • Inleiding
    • CP & leren en begrijpen
    • CP & sociaal emotionele ontwikkeling
    • CP & voorzieningen in het onderwijs
Illustratieve afbeelding over het onderwerp School & CP
AAN DE SLAG MET:

School & CP

  • Inleiding
  • CP & leren en begrijpen
  • CP & sociaal emotionele ontwikkeling
  • CP & voorzieningen in het onderwijs

CP & leren en begrijpen

De piramide van leren en begrijpen laat zien hoe cognitieve vaardigheden zich tot elkaar verhouden en hoe de ene vaardigheid ‘gebouwd’ is op die daaronder. We bespreken vanuit die piramide welke gevolgen CP kan hebben voor de cognitieve vaardigheden.

Belastbaarheid
Belastbaarheid staat aan de basis van de piramide en heeft gevolgen voor alle bovenliggende cognitieve functies. Belastbaarheid is de (werk)last die een kind mentaal en lichamelijk kan dragen. Als een kind moe, minder alert is of pijn heeft wordt de belastbaarheid minder.

Gevolgen

  • CP wordt vaak vergeleken met topsport; Handelingen vragen extra inspanning en ook de spasticiteit zelf kost extra energie. Een kind met CP is daarom regelmatig moe.
  • Het omgaan met de beperking kost het kind veel fysieke en mentale energie.
  • Een kind met CP wil (en moet) vaak net zoveel doen als een ander kind, maar heeft daar lichamelijk en mentaal veel meer energie voor nodig. Een vermoeid kind kan mentaal minder aan, is sneller prikkelbaar, reageert heftiger of trekt zich juist terug.
  • Een kind met minder energie kan sneller verdrietig, boos of geïrriteerd worden. Leeftijdgenoten, leerkrachten en hulpverleners hebben daar niet altijd begrip voor.

Wat kun je doen?

  • Bouw rust in. Zorg voor een goede balans tussen fysieke/mentale inspanning en ontspanning.
  • Onderzoek wat het kind helpt om te ontspannen zoals een koptelefoon, iets doen wat het leuk vindt of even iets buiten de klas doen.
  • Zoek naar een goede balans tussen verschillende leeractiviteiten of taken.
  • Houd voldoende tijd over voor spel en het spelen met andere kinderen.
  • Overweeg bij jonge kinderen (kleuters) een opbouw in schooldagen.
Tempo van informatieverwerking
Een kind met CP heeft meer tijd nodig om dezelfde informatie te verwerken dan kinderen zonder CP. Daardoor is het verwerkingstempo vaak trager.

Gevolgen

  • Informatie blijft niet voldoende behouden omdat die te snel wordt aangeboden. Extra herhaling is dan nodig. Verwar dit niet met onvoldoende begrip van de informatie!
  • Bij taken die een snelle wisseling van strategie vragen zorgt de tragere informatieverwerking voor slechtere prestaties.
  • Door tragere informatieverwerking kan het kind informatie missen. Daardoor begrijpt het onvoldoende wat er gebeurt en kan soms niet op een gepaste manier reageren in de klas of in sociale situaties.
  • Een kind dat de opdracht niet helemaal oppikt kan die niet goed uitvoeren. Het kind redeneert met de verkeerde informatie en gaat met de verkeerde informatie aan de slag.
  • Door tragere informatieverwerking lijkt het soms alsof een kind met CP niet reageert. Het kind heeft meer tijd nodig om de informatie of vraag te verwerken en een antwoord te formuleren.
  • Als een kind traag informatie verwerkt kan het onvoldoende de lijn van een verhaal of spel volgen. Daardoor kan irritatie ontstaan in sociale situaties als andere kinderen onvoldoende geduld of begrip hebben.

Wat kun je doen?

  • Geef een kind langer de tijd om informatie te verwerken en erop te reageren.
  • Herhaal de informatie.
  • Kan het kind al lezen, bied belangrijke instructies dan ook schriftelijk aan. Zo kan het kind de informatie nalezen.
  • Plak belangrijke reminders op het tafeltje van het kind.
  • Verwacht niet dat een kind twee dingen tegelijk doet.
  • Bied uitgebreide instructie in kleinere stukjes aan.
  • Geef het kind overzichtelijke opdrachten. Bij een reeks opdrachten moet het kind te veel onthouden en dat lukt vaak niet.
  • Stem de hoeveelheid informatie goed af op wat het kind in één keer aan kan. Laat het kind bijvoorbeeld twee dingen per opdracht onthouden.
  • Laat het kind instructies herhalen en check zo of het de juiste instructie en informatie heeft opgepikt.
Aandacht en concentratie
Kinderen met CP hebben vaker moeite met aandacht en concentratie. Dit kan vooral op school voor problemen zorgen. Ook via Balans en Gedragsproblemen in de klas kun je hier informatie over vinden.

Gevolgen

  • Moeite om langere tijd naar instructies te luisteren en daardoor moeite om die op te pikken.
  • Het kind is sneller afgeleid door prikkels zoals geluiden of eigen gedachten. Daardoor heeft het moeite om de aandacht te richten op de taak.
  • Moeite om de aandacht vast te houden door een kortere spanningsboog. Het kind kan de aandacht minder goed langdurig op één taak richten.
  • Schakelen tussen twee taken (aandachts-switching) is moeilijker en gaat minder efficiënt. In het dagelijks leven heeft het kind meer moeite met op twee dingen tegelijk letten.
  • Twee dingen tegelijk doen kan moeilijk zijn. Het kind verliest gemakkelijk het overzicht in een situatie met meerdere kinderen. Daardoor kan het zijn gedrag minder goed afstemmen op de situatie en wat onhandig of onaardig reageren op andere kinderen.
  • Een dromerig kind met aandachtsproblemen kan onvoldoende meedoen met een gesprek of spel.
  • Onrustig/ongeconcentreerd gedrag kan voor andere kinderen storend zijn in de klas
  • Onrustig/ongeconcentreerd gedrag kan voor het kind zelf leiden tot veel gecorrigeerd worden in zijn gedrag. Dat is nadelig voor zijn zelfvertrouwen.

Wat kun je doen?

  • Zoek naar aanpassingen op de aandachtsproblemen van het kind. Denk aan een aangepaste instructie (kort, 1-op-1, verlengd) of pas de omgeving aan (rustige werkplek, koptelefoon).
  • Geef het kind korte en afwisselende taken met tussendoor even tijd om te bewegen. Door afwisseling van inspanning en ontspanning kan het kind met aandachtsproblemen zijn aandacht beter richten op waar hij mee bezig is.
  • Een kinderpsycholoog en/of kinderpsychiater kan meedenken over aanpassingen. Soms wordt ook ondersteunende medicatie overwogen. In overleg met ouders en de kinderrevalidatiearts kan een kind dan naar een kinderpsychiater verwezen worden.
Leren en geheugen

Geheugen is geen specifiek zwakke kant bij kinderen met CP. Ze kunnen net als kinderen zonder CP kortere of langere tijd informatie onthouden zoals jaartallen van geschiedenis of regels. Maar heeft het kind met CP problemen op andere (in de piramide lagere) cognitieve gebieden dan kan het lijken alsof er problemen in het (werk)geheugen zijn.

Gevolgen

  • Als informatie kort wordt aangeboden kan die door vertraagde informatieverwerking
    onvoldoende verwerkt worden. Het kind kan het niet goed opslaan.
  • Het kind heeft gerichte aandacht nodig om informatie op te kunnen slaan. Bij problemen in het proces van inprenten en opslaan lijkt het alsof informatie onvoldoende wordt onthouden. Eenmaal opgeslagen informatie blijft bij kinderen met CP vaak goed behouden.
  • Kan een kind informatie niet goed opslaan dan kan het ook de instructies in de klas niet vasthouden en toepassen. Het kind maakt fouten of begrijpt niet wat het moet doen. Dit belemmert de schoolprestaties, maar is ook funest voor het zelfvertrouwen.

Wat kun je doen?

  • Geef informatie rustig en na elkaar.
  • Bespreek één ding tegelijk.
  • Herhaal informatie, instructie of uitleg.
  • Kijk hoe je problemen met informatie opslaan kunt verminderen, afhankelijk van de onderliggende problematiek (aandacht, tempo van informatieverwerking, waarnemen, belastbaarheid).
  • Gebruik pictogrammen of een lijstje waarop het kind taken kan afvinken. Zo wordt het steeds kort herinnerd aan wat er verder nog gedaan moet worden.
    Maak met het kind een planning voor het leren van de volgende toets. Deel de stof op in kleine stukjes met voldoende herhaling en tijd.
  • Bij het leren van een toets, bijvoorbeeld topografie, kunnen deze tips ook helpen:
    • Vergroot de kaart
    • Verwoord (samen) wat er op de kaart te zien is
    • Bedenk verbale ezelsbruggetjes zoals ‘TV-TAS’ voor Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog
    • Dek een stukje van de kaart af
    • Geef meer tijd bij het maken van de toets
    • Neem de toets mondeling af
    • Pas de hoeveelheid aan die het kind per toets moet leren
Visueel-ruimtelijke vaardigheden

Kinderen met CP kunnen opvallend veel moeite hebben met het werken met visuele informatie. Denk aan plaatjes of geografische kaarten. Hun visueel-ruimtelijk inzicht kan (ernstig) aangedaan zijn door de schade aan het brein. Dit wordt een Cerebraal Visuele Stoornis (CVI) genoemd.

Gevolgen

  • Bij een kind met CP zijn visueel-ruimtelijke vaardigheden vaak beperkt. Denk aan puzzels maken, inzicht in (geometrische) figuren, aflezen van grafieken en diagrammen, roteren van plaatjes en het overzien van plaatjes met veel details.
  • Een kind met CP heeft vaak meer moeite met tekenen, het overzien van een vol werkblad en het lezen van een grafiek of landkaart.
  • Knutselen en bouwen kan ook erg lastig zijn omdat dit 3D visueel inzicht vraagt.
  • Een kind met CP kan gemakkelijk overvraagd worden door de (doorgaans) relatief sterke verbale vaardigheden. Het kind begrijpt verbaal meer dan non-verbaal.
  • Het volgen en/of uitstippelen van een route is lastig. Dit geldt soms ook voor het terugvinden van de weg (schoolreisje!).
  • Er ontstaan vaak problemen bij rekenen/wiskunde, aardrijkskunde, tekenen, handvaardigheid, economie en techniek.

Wat kun je doen?

  • Maak gebruik van de verbale vaardigheden als redeneren vanuit verbale informatie minder moeite kost. Laat het kind de samenhang, opbouw, volgorde en andere visueel-ruimtelijke aspecten bij plaatjes zoveel mogelijk verwoorden. Geef ook zoveel mogelijk (na te lezen) verbale/schriftelijke instructies.
  • Laat het verbaal sterke kind in woorden beschrijven wat het ziet, denkt (redeneert) en doet (handelt). Door zelfspraak kan het kind visuele informatie makkelijker uitvoeren en onthouden. Je kunt dit ook toepassen bij praktische handelingen zoals een puzzel maken.
  • Pas bij visueel-ruimtelijke taken de eisen aan. Soms zijn beperkingen zo ernstig dat vakken als wiskunde en techniek niet op hetzelfde niveau als andere vakken haalbaar zijn.
  • Pas visueel materiaal aan. Denk aan vergroten, een deel afdekken en minder informatie op een blad.
  • Erken dat visueel-ruimtelijke taken moeilijk zijn voor het kind. Bied hulp, eventueel door een klasgenoot, en ga er niet vanuit dat veel oefenen helpt.
Uitvoerende vaardigheden

Uitvoerende vaardigheden helpen om ons gedrag aan te sturen. Zoals impulsen controleren, initiatief nemen, anticiperen op consequenties, doelen stellen, plannen, resultaten monitoren, feedback gebruiken, fouten signaleren en toewerken naar langetermijndoelen.

Hoewel deze vaardigheid bij kinderen met CP minder uitgebreid is onderzocht, blijkt uit praktijk en studies dat zij hier vaker problemen mee hebben. Dat maakt de zelfstandigheidsontwikkeling en het schoolse leren meestal moeilijker. Door te blijven helpen, oefenen en ondersteunen kun je ervoor zorgen dat hun gevoel van zelfstandigheid en competentie toeneemt.

Gevolgen

  • Inflexibel denken; een kind met CP kan meer moeite hebben met taken waarbij het moet schakelen van het ene naar het andere gedachtespoor zoals van plus- naar minsommen. Schakelen gebeurt langzamer of minder goed dan bij kinderen zonder CP. Ook in sociale situaties kan het kind meer moeite hebben om zijn gedrag aan te passen aan veranderingen, wisseling van spelletjes op het schoolplein of aanpassing van spelregels. Dit kan leiden tot boosheid en onbegrip bij het kind zelf en leeftijdgenootjes.
  • Impulsiviteit; kinderen met CP kunnen meer moeite hebben met het onderdrukken van reacties oftewel met het niet reageren op prikkels.
  • Planning en probleem oplossen; het kind heeft meer moeite om strategisch (in stappen) te denken, vooruit te kijken en overzicht te houden over een taak. Het komt vaak tot een minder goede of geen oplossing voor een probleem en tot een onhaalbare of minder effectieve planning van huiswerk/leerstof etc.
  • Initiatief nemen om iets te doen of te veranderen kan een kind met CP lastig vinden.
  • Problemen met uitvoerende vaardigheden belemmert het kind in alle schoolvakken in meer of mindere mate.
  • Er wordt meer zelfstandigheid verwacht naarmate een kind ouder wordt. Problemen met uitvoerende vaardigheden vallen dan meer op en belemmeren het kind ook meer in zijn doen en laten.

Wat kun je doen?

  • Uitvoerende vaardigheden zijn moeilijk te trainen, maar het kind kan wel baat hebben bij het leren van helpende strategieën. Denk aan het aanpakken van een taak, het plannen en organiseren van werk.
  • Het is fijn als het kind zelf weet waar hij moeite mee heeft en hoe hij hulp kan inzetten.
  • Bijvoorbeeld hulp bij het maken van een planning, herinneringssignalen op telefoon, etc.
  • Houd rekening met het minder flexibel kunnen denken. Help het kind om de overstap te maken van de ene naar de andere taak of het andere denkspoor. Wees er alert op en leg uit wat er gebeurt.
  • Maak samen een planning. Bij het maken van een leerplanning heeft het kind regelmatig hulp nodig. Zeker als hij zwakke plannings- en organisatievaardigheden heeft.
  • De taakaanpak kun je trainen. Gebruik bijvoorbeeld de Beertjes van Meichenbaum-methode (pdf). Hiermee leert het kind een gestructureerde taakvoorbereiding en aanpak aan. Ook leert het zijn werk na te kijken.
  • Het aanleren van een stappenplan kan ook helpen. Neem samen de volgende stappen door:
    1. Wat is het probleem
    2. Wat wil ik bereiken, wat is het doel
    3. Bedenk zoveel mogelijk oplossingen voor het probleem
    4. Kies de beste aanpak waarmee de kans groot is dat je je doel bereikt
    5. Voer de aanpak uit
    6. Evalueer het resultaat
Prikkelverwerking

Sensorische informatieverwerking (prikkelverwerking) is het verwerken van informatie die ons via de zintuigen bereikt. Als je die informatie adequaat verwerkt kun je efficiënt en gepast reageren op eisen en verwachtingen vanuit de omgeving. Voor kinderen is dit een belangrijke voorwaarde om te kunnen spelen, sporten en leren. Prikkels publiceert artikelen van specialisten en wetenschappers over prikkelverwerking.

Gevolgen

  • Problemen in de prikkelverwerking verstoren het aanpassingsvermogen en kunnen leiden tot gedragsproblemen.
  • Als sensorische informatie uit de omgeving (geluid, beeld, beweging, aanraking etc.) niet goed gereguleerd wordt kost dat veel meer energie.
  • Bij een kind met CP kunnen prikkels heftiger binnenkomen. Daardoor kan zijn reactie ook heftiger zijn.
  • Als het kind zich overprikkeld voelt kan het zich terugtrekken, een situatie vermijden en dan verzet en boosheid laten zien.
  • Het kind kan ook druk en ontregeld gedrag laten zien als het zich onderprikkeld voelt.

Wat kun je doen?

  • Psycho-educatie aan ouders en leerkrachten over overprikkeling en onderprikkeling geeft inzicht in het problematische gedragspatroon van het kind. Zo kun je dat doorbreken.
  • Breng in kaart welke zintuigen overprikkeld of onderprikkeld zijn en wanneer dit voor problemen zorgt. Dit kan nuttig zijn.
  • Verwijzing naar een ergotherapeut/fysiotherapeut met expertise in sensorische verwerking kan helpen.

  Ga naar PDF

Actielijst

Ga naar mijn acties

Actielijst

Je actielijst is nog leeg. Vul de lijst door tips op basis van situaties te selecteren in “Emoties en omgeving” en “Leren en Begrijpen”.
Om gedrag te veranderen moet je aan de slag. Gebruik de tips en voorbeelden om zelf in actie te komen.


Wat is een actielijst?

Informatie

Onderaan de pagina’s kun je voor jou relevante informatie selecteren en opslaan in een PDF.


Ga naar persoonlijke informatie
Illustratieve afbeelding over het onderwerp Emoties & Omgeving
AAN DE SLAG MET:

Emoties & Omgeving

Illustratieve afbeelding over het onderwerp Leren & Begrijpen
AAN DE SLAG MET:

Leren & Begrijpen

Illustratieve afbeelding over het onderwerp Dagelijks leven
AAN DE SLAG MET:

Dagelijks leven

Illustratieve afbeelding over het onderwerp School & CP
AAN DE SLAG MET:

School & CP

  • © 2023
  • Colofon
  • Disclaimer
  • Contact
  • Over CP & Gedrag
    • Inleiding
    • Wat is CP?
    • CP & ontwikkeling
    • CP & emotie
    • CP & opvoeding
    • Documenten, boeken en links
    • Back
  • Emoties & Omgeving
    • Inleiding
    • Omgaan met emoties
    • Omgaan met andere mensen
    • Omgaan met beperkingen
    • Zelfstandigheid & zelfvertrouwen
    • Documenten, boeken en links
    • Back
  • Leren & Begrijpen
    • Inleiding
    • De wereld ontdekken
    • De piramide van leren en begrijpen
    • Prikkelverwerking
    • Documenten, boeken en links
    • Back
  • CP & dagelijks leven
    • Inleiding
    • Slapen
    • Eten/voeding
    • Overzicht & energie
    • Back
  • School & CP
    • Inleiding
    • CP & leren en begrijpen
    • CP & sociaal emotionele ontwikkeling
    • CP & voorzieningen in het onderwijs
    • Back
Prof dr. Erik Scherder legt uit wat hersenen, CP en gedrag met elkaar te maken hebben.