Cognitieve problemen komen vaker voor bij kinderen met CP. Welke gevolgen deze problemen hebben op schoolprestaties, maar ook in de dagelijkse praktijk, kun je beter begrijpen met ‘De piramide van leren en begrijpen’. In deze piramide kun je zien dat problemen binnen een bepaalde cognitieve vaardigheid ook de cognitieve vaardigheden beïnvloeden die daarop ‘gebouwd zijn’ (de ‘hogere’ cognitieve vaardigheden). De piramide bestaat uit de volgende onderdelen:
Aan de basis van de piramide staat de belastbaarheid. Belastbaarheid is de (werk)last die iemand mentaal en lichamelijk kan dragen. De belastbaarheid is minder als iemand vermoeid is, minder alert is of pijn heeft. De belastbaarheid heeft gevolgen voor alle bovenliggende cognitieve functies.
Het hebben van CP wordt vaak vergeleken met het beoefenen van topsport! Kinderen met CP zijn regelmatig vermoeid omdat handelingen extra inspanningen vragen. Of omdat de spasticiteit zelf extra energie kost. Ook kan het omgaan met de beperkingen veel energie kosten. Dat geldt ook voor het bedenken van oplossingen voor lastige situaties waarbij de beperkingen voor belemmeringen zorgen.
Gevolgen
Wat kun je doen?
Wat we zien, horen en voelen zijn (zintuigelijke) waarnemingen. Bij CP kan de waarneming verstoord zijn.
Gevolgen
Problemen in de visuele waarneming kunnen ook de bovenliggende vaardigheden in de piramide belemmeren.
Als kinderen problemen hebben met het overzien van plaatjes, kunnen ze bijvoorbeeld ook problemen krijgen bij rekenen, aardrijkskunde, economie en techniek.
Gehoorproblemen kunnen de spraak-taalontwikkeling belemmeren.
Wat kun je doen?
Als een kind CVI heeft, is het belangrijk dat de school hiervan op de hoogte is. Het lesmateriaal kan met kennis over CVI afgestemd worden op en aangepast worden aan de behoeften van het kind. Op school kan bijvoorbeeld gewerkt worden met:
Een traag tempo van informatie verwerken komt bij alle vormen van CP voor. Veel kinderen met CP hebben meer tijd nodig om dezelfde informatie te verwerken dan kinderen zonder CP. Het gevolg is dat informatie onvoldoende behouden blijft (beklijft), omdat deze te snel is aangeboden. De informatie moet dan herhaald worden. Een traag tempo is niet hetzelfde als onvoldoende begrip hebben! Het gaat alleen om het tempo van aanbieden.
Gevolgen
Als een kind informatie langzamer verwerkt, heeft dit ook gevolgen voor andere cognitieve functies. Die gevolgen zijn bijvoorbeeld:
Wat kun je doen?
Kinderen met CP hebben vaker problemen met concentratie. Zij kunnen hun aandacht minder goed en minder langdurig op één taak richten. Ze raken sneller afgeleid door prikkels (bijvoorbeeld geluiden) van buitenaf dan kinderen zonder CP.
Gevolgen
Aandachts- en concentratieproblemen zorgen vooral op school voor problemen. Ze belemmeren een kind op allerlei manieren in het leren:
Aandachts- en concentratieproblemen hebben ook effect op de bovenliggende functies in de piramide.
Onrustig gedrag van het kind heeft ook andere gevolgen:
Na een schooldag kan een kind met aandachtsproblemen:
In contact met leeftijdsgenootjes kunnen aandachtsproblemen ook in de weg zitten.
Wat kun je doen?
Bij kinderen met CP is het geheugen niet een specifiek zwakke kant. Ze kunnen net als kinderen zonder CP informatie onthouden voor kortere of langere tijd. Bijvoorbeeld jaartallen van geschiedenis of regels en dergelijke. Maar als er problemen bestaan op andere cognitieve gebieden kan het wel lijken alsof er geheugenproblemen zijn.
Gevolgen
Als een kind informatie niet goed kan opslaan, kan het evenmin de instructies in de klas niet vasthouden. Het kind kan vervolgens de instructie niet toepassen en maakt fouten of het begrijpt niet wat het moet doen. Dit belemmert uiteraard de schoolprestaties, maar is ook funest voor het zelfvertrouwen.
Wat kun je doen?
Kinderen met CP kunnen opvallend veel moeite hebben met redeneren aan de hand van visuele informatie, zoals plaatjes of geografische kaarten. Dit is meestal het gevolg van problemen binnen de visueel-ruimtelijke waarneming. Redeneren aan de hand van verbale, talige, informatie is een cognitieve vaardigheid die niet specifiek zwak is bij CP.
Gevolgen
Wat kun je doen?
Uitvoerende vaardigheden doen een beroep op complexe cognitieve functies. Iets kunnen uitvoeren is afhankelijk van alle in de piramide onderliggende cognitieve functies. Daarnaast is het ook een functie op zichzelf. Iets kunnen uitvoeren kan sterker of minder sterk ontwikkeld zijn. Deze complexe cognitieve functies worden ook wel vergeleken met de rol van een dirigent. Deze vaardigheden ontwikkelen zich relatief laat in het leven en zijn pas volgroeid in de late adolescentie (18-21 jaar). Voorbeelden van uitvoerende vaardigheden zijn:
Kinderen met CP hebben vaker problemen met:
Gevolgen
Inflexibiliteit, problemen in planning, problemen om impulsen af te remmen en het niet kunnen overzien van consequenties bemoeilijken de zelfstandigheidsontwikkeling. En dat in een periode waarin van jongeren juist verwacht wordt dat ze de regie en organisatie en planning van hun leven overnemen van hun ouders. Problemen met al deze uitvoerende vaardigheden kunnen ook de sociale interactie beïnvloeden, wat gepaard kan gaan met verminderd zelfvertrouwen, somberheid en frustraties.
Wat kun je doen
Je kunt de werkhouding trainen. Gebruik bijvoorbeeld de Beertjes van Meichenbaum-methode (kennisplein.be). Dit is een zelfinstructiemethode, waarbij het kind een gestructureerde taakvoorbereiding en aanpak aanleert. Ook leert het zijn werk na te kijken.
Om beter problemen op te lossen kan het aanleren van een stappenplan helpen. Neem samen met je kind de volgende stappen door:
Een voorbeeld: Jan, 9 jaar, heeft CP en heeft moeite met het onthouden van de instructie op school. Het lijkt erop dat hij geheugenproblemen heeft. Het is bij een kind met CP echter waarschijnlijker dat het komt door problemen binnen (een of meerdere van) de lagere niveaus van de piramide:
Het probleem met onthouden van de instructies (geheugen) kan ook voor de bovenste delen van de cognitieve piramide gevolgen hebben.
Om sociaal te kunnen functioneren zijn de cognitieve bouwstenen van de piramide belangrijk:
Vooral ‘hogere’ cognitieve vaardigheden (in de top van de cognitieve piramide) zijn nog lang in ontwikkeling, tot aan volwassenheid. Ook al is de beschadiging in de hersenen dus niet progressief, de gevolgen kunnen wel zichtbaar worden gedurende de groei naar volwassenheid.
Als er hardnekkige problemen in denken en leren zijn die leiden tot schoolproblemen, is het nodig om naar de cognitieve functies te kijken. Voor ieder kind kan er een persoonlijk profiel met sterke en zwakke cognitieve vaardigheden worden gemaakt. Dit gebeurt door een neuropsychologisch onderzoek (NPO). De cognitieve piramide kan helpen om de gevolgen van de specifieke zwak ontwikkelde cognitieve functie(s) voor de praktijk beter te begrijpen.
Wat kun je doen?
Het is voor ouders soms moeilijk te accepteren, maar het trainen van zwakke cognitieve vaardigheden is lang niet altijd effectief. Wel kan inzicht in de problemen en aanpassingen afgestemd op de zwakke kanten, de gevolgen van de zwakke kanten verkleinen.
Bij een kind met aandachtsproblemen is het niet effectief om zijn aandacht te trainen. Wel helpt het als zijn omgeving op de hoogte is van zijn problemen, en er aanpassingen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld een rustiger lokaal of korte taakjes waarbij hij tussendoor even wat bewegingsvrijheid kan nemen. Ook kan het helpen het kind zelf inzicht te geven in zijn aandachtsproblemen.
‘Ik had weer een slecht cijfer bij de topo-toets’, vertelt Dave gefrustreerd aan zijn vader. Dave is 12 jaar en zit in groep 8 van het regulier basisonderwijs. Hoe reageer jij?
Dan heeft je kind succeservaringen, en vanuit dat gevoel van zelfvertrouwen is je kind eerder geneigd in kleine stapjes moeilijker dingen aan te durven. Hiermee maak je de ‘uitdaging’ voor je kind kleiner waardoor je meer kans hebt je kind ervoor te interesseren.
Als een kind geen interesse in iets heeft, is het meestal omdat hij het moeilijk vindt. Doe het voor, vervolgens samen, en dan als je kind het wil kan hij het alleen doen terwijl je kijkt en eventueel nog helpt.
Een beloning kan het gewenste gedrag extra aantrekkelijk maken, en kan een kind met aandachtsproblemen helpenzijn aandacht bij de taak te houden..
Dus: “Als je zelf je spalken en schoenen hebt aangedaan, gaan we daarna samen je lievelingsspelletje doen.”
Door afwisselen van inspanning en ontspanning lukt het je kind met aandachtsproblemen beter om zijn aandacht te richten op waar hij mee bezig is.
Het is een signaal dat het gedrag van je kind veel van je vraagt. Uitgerust kan je meer aan, en ben je inventiever in het bedenken van oplossingen bij.
Hiermee maak je het voor je kind begrijpelijk dat sommige taken moeilijk voor hem zijn en andere taken hem makkelijker afgaan. Als een kind hiervan niet op de hoogte is kan het een kind erg onzeker maken. Het kan er voor zorgen dat een kind de ‘schuld’ bij zichzelf legt als hij merkt veel moeite te hebben met bepaalde vakken. Het kind kan denken dat hij dom is. En dat kan een negatieve weerslag hebben op de ontwikkeling van zijn zelfbeeld.
Probeer zo concreet mogelijk uit te leggen waar je kind zijn zwakke kanten in merkt, bijvoorbeeld bij het overzien van plaatjes, terwijl het begrijpen van een tekst hem veel makkelijker afgaat.
Dan kan de manier waarop de informatie wordt aangeboden, geleerd of wordt getoetst aangepast worden aan de behoefte van je kind. Hoe meer zicht je kind er zelf ook op heeft, hoe meer zicht hij ook kan krijgen op eventuele aanpassingen waar hij bij gebaat is.
Je kunt het laatste (neuro)psychologische onderzoek op school bespreken of vragen of de leerkracht meegaat als de uitslag van het onderzoek met jullie als ouders wordt besproken.
Verbale informatie pakt hij makkelijker op dan informatie die met behulp van plaatjes wordt gegeven.
Met behulp van zelfspraak kan hij zich de visuele informatie makkelijker uitvoeren en onthouden.
Je kunt dit thuis ook toepassen bij praktische handelingen als aankleden of bij het maken van een puzzel of het maken van huiswerk.
Niet alle bovenstaande situaties passen misschien bij jouw kind, maar kijk welke manier van reageren jij zou kiezen in deze situatie. Klik op die reactie voor meer informatie.
Je actielijst is nog leeg. Vul de lijst door tips op basis van situaties te selecteren in “Emoties en omgeving” en “Leren en Begrijpen”.
Om gedrag te veranderen moet je aan de slag. Gebruik de tips en voorbeelden om zelf in actie te komen.
Onderaan de pagina’s kun je voor jou relevante informatie selecteren en opslaan in een PDF.