• Over CP & Gedrag
    • Inleiding
    • Wat is CP?
    • CP & ontwikkeling
    • CP & emotie
    • CP & opvoeding
    • Documenten, boeken en links
  • Emoties & Omgeving
    • Inleiding
    • Omgaan met emoties
    • Omgaan met andere mensen
    • Omgaan met beperkingen
    • Zelfstandigheid & zelfvertrouwen
    • Documenten, boeken en links
  • Leren & Begrijpen
    • Inleiding
    • De wereld ontdekken
    • De piramide van leren en begrijpen
    • Prikkelverwerking
    • Documenten, boeken en links
  • CP & dagelijks leven
    • Inleiding
    • Slapen
    • Eten/voeding
    • Overzicht & energie
  • School & CP
    • Inleiding
    • CP & leren en begrijpen
    • CP & sociaal emotionele ontwikkeling
    • CP & voorzieningen in het onderwijs
Illustratieve afbeelding over het onderwerp Emoties & Omgeving
AAN DE SLAG MET:

Emoties & Omgeving

  • Inleiding
  • Omgaan met emoties
  • Omgaan met andere mensen
  • Omgaan met beperkingen
  • Zelfstandigheid & zelfvertrouwen
  • Documenten, boeken en links

Omgaan met andere mensen (5-12 jaar)

Lange tijd was ik degene die automatisch antwoord gaf als iemand vroeg wat er met mijn kind aan de hand was. Terwijl hij het op een gegeven moment prima zelf kon (en wilde!) verwoorden. Was echt een blinde vlek.


0 – 4 jaar 5 – 12 jaar 13 – 18 jaar

 

Als kinderen opgroeien, zoeken ze steeds vaker leeftijdsgenoten om samen mee te spelen. Voor kinderen met CP is het niet altijd gemakkelijk om met een vriendje af te spreken. Daar hebben ze vaak wat extra ondersteuning van hun ouders bij nodig.

Soms ben je de handen of voeten van je kind: dan moet je je kind ondersteunen bij het samenspelen of bij de communicatie. Het is vaak zoeken naar de balans tussen hulp bieden en het je kind zelf laten doen. Probeer steeds, voor zover mogelijk, de regie bij je kind te laten.

Het inlevingsvermogen van kinderen ontwikkelt zich, waardoor ze zich steeds beter kunnen verplaatsen in een ander. Spelenderwijs leren ze sociale vaardigheden: rekening houden met een ander, opkomen voor jezelf, ruzies oplossen en afspraken maken.

Soms gaat dit bij kinderen met CP niet vanzelf. Benieuwd welke factoren/aspecten hierbij een rol kunnen spelen? Bespreek dit ook met je kind, zodra het dit begrijpt. Het helpt je kind om grip te krijgen op zijn gedrag.

Vermoeidheid

Het kan voor een kind met CP na een lange schooldag te vermoeiend zijn om af te spreken met een vriendje. Het kind trekt zich terug, reageert heftig of maakt snel ruzie. Dit zijn signalen dat je kind meer behoefte heeft aan rust dan aan het gezelschap van een vriendje.

Moeite met verwerken van prikkels

Het kan voor een kind met CP na een lange schooldag te vermoeiend zijn om af te spreken met een vriendje. Het kind trekt zich terug, reageert heftig of maakt snel ruzie. Dit zijn signalen dat je kind meer behoefte heeft aan rust dan aan het gezelschap van een vriendje.

Verplaatsen in een ander is moeilijk

Het kan zijn dat een kind door zijn hersenbeschadiging onvoldoende inzicht heeft in sociale situaties. Het begrijpt bijvoorbeeld de reacties tussen mensen niet of het interpreteert oogcontact, gezichtsuitdrukkingen en een grapje verkeerd. Ook kan het onderdelen van de non-verbale communicatie missen. Daardoor reageert het anders dan zijn speelkameraadjes verwachten. Het samenspelen wordt dan soms moeilijk. Je kind mist immers veel informatie die de andere kinderen wel meekrijgen. Dit kan ertoe leiden dat je kind zich terugtrekt, ruzie maakt of net verkeerd reageert. Ook kan het zich ongemakkelijk en onzeker gaan voelen.

Vertraagde informatieverwerking

Soms lijkt het of een kind met CP niet reageert. Dat komt doordat het meer tijd nodig heeft om de informatie of de vraag te verwerken en vervolgens een antwoord te bedenken. Als je kind met andere kinderen speelt, kan het zijn dat andere kinderen niet begrijpen waarom hij niet of laat reageert. Ook is het mogelijk dat afspraken sneller worden gemaakt of dat het spel sneller gaat dan je kind kan begrijpen. Je kind kan daardoor minder zelfvertrouwen krijgen en zich terugtrekken uit de groep. Ook kunnen vriendjes je kind links laten liggen, omdat ze zijn reactie vreemd of traag vinden.

Moeite met impulscontrole

Reageert je kind heftig? Dan heeft het even tijd nodig om rustig te kunnen nadenken en te kunnen luisteren. Pas daarna kan hij vertellen wat er gebeurde waardoor hij bovenmatig boos of diep verdrietig reageerde.Pas als hij weer rustig is, kan hij de ruzie met een vriendje of zijn eigen gevoel van ongenoegen bespreken en oplossen.


Tips op basis van situatiesAlgemene tips

Je kind speelt met zijn neven en nichten op het vakantiepark waar jullie een weekendje logeren. Hij komt boos naar het huisje terug en zegt dat hij niet meer mee wil doen. Het blijkt dat hij had mee willen doen met een parcours dat uitgezet was, maar hij kwam met zijn rolstoel vast te zitten in de modder. Hoe zou jij reageren?

Ik kan me voorstellen dat het rot is als je graag wilt meedoen, maar je wordt belemmerd door de rolstoel. Ik roep de anderen er ook bij en bespreek dit. De hele groep, inclusief je kind, gaat uiteindelijk weer naar buiten.
Een volwassene kan vrij gemakkelijk inschatten wat wel en niet kan met een (elektrische) rolstoel. Bij een kind werkt het anders; het is vooral gericht op méédoen. Het kind kan in zijn enthousiasme ergens vol voor gaan en dan, net als andere kinderen, in de problemen komen. Door stil te staan bij de teleurstelling en boosheid, ontstaat er ruimte bij je kind om die gevoelens ook weer los te laten.

Actie:Wanneer er gedoe ontstaat tussen mijn kind en andere kinderen, neem ik de tijd om het met elkaar te bespreken.

Toevoegen aan actielijst
Ik loop mee naar het parcours en bedenk samen met de kinderen spelletjes die mijn kind wél in zijn rolstoel kan doen.
Door mee te lopen en mee te denken bied je je kind steun en veiligheid. Samen nadenken over mogelijkheden geeft vertrouwen en vergroot de kans dat hij echt samen kan spelen met zijn neven en nichten. Vraag ook de anderen om mee te denken.

Actie:Ik bespreek met mijn kind en de kinderen met wie hij gaat spelen welke dingen wel en niet handig zijn om samen te doen.

Toevoegen aan actielijst
Naar situatie 1

Hier vind je tips waarmee je je kind kunt helpen bij het omgaan met anderen. Klik op de tip voor meer informatie.

Help je kind om te vertellen waarom hij boos is.
Op die manier krijgt je kind grip op boosheid en leert te benoemen wat er nu aan de hand is.

Vraag aan je kind Hoe hij zich voelt, Wat er is gebeurd, Waarom dat vervelend was, Wat er anders zou kunnen. Zie voor verder uitleg het boek: Een vulkaan in mijn buik.

Maak een persoonlijk profiel van je kind.
Maak een persoonlijk profiel aan met de gedragingen, verklaringen en tips die passen bij jouw kind. Bespreek ook met hem hoe het bij hem werkt en dat dit te maken heeft met CP. Op deze manier krijgt je kind ook inzicht in zijn gedrag. Het kan er samen met jou grip op krijgen. Ook leert het zo dat het in sommige opzichten anders is dan zijn leeftijdgenoten. Deze informatie kan ook nuttig zijn voor school, familie en vrienden.

Leer je kind omgaan met verschillende mensen

Vaak zijn er veel verschillende mensen die een rol spelen in het leven van je kind. Zeker als je kind fysiek afhankelijk is.

  • Vraag je kind met wie hij het goed kan vinden en met wie wat minder. Vraag ook waarom dat zo is.
  • Bespreek samen hoe je kind zijn grenzen kan aangeven en hoe het duidelijk kan maken wat het wel en niet prettig vindt.
Help je kind vriendschappen op te bouwen.

Vriendschappen zijn belangrijk in je hele leven. Het maken van vrienden kan lastiger zijn of minder vanzelf gaan. Help je kind daarbij:

  • Neem je kind mee als je op bezoek gaat bij mensen met andere kinderen.
  • Nodig klasgenoten uit om te komen spelen, ook al wonen ze verder weg. Als je kind naar het speciaal onderwijs gaat, kun je met een aantal ouders het vervoer rouleren.
  • Meld je kind aan bij een sport- of andere club (schaken, toneel, scouting) waar hij leeftijdgenoten ontmoet.
  • Steek energie in het contact met kinderen uit de buurt. Help ze om samen te spelen, bedenk een leuke activiteit die past bij jouw kind. Bespreek met ouders uit de buurt wat jouw kind kan. Geef aan dat je met ze mee wilt denken.

Niet alle bovenstaande situaties passen misschien bij jouw kind, maar kijk welke manier van reageren jij zou kiezen in deze situatie. Klik op die reactie voor meer informatie.


  Ga naar PDF

Actielijst

Ga naar mijn acties

Actielijst

Je actielijst is nog leeg. Vul de lijst door tips op basis van situaties te selecteren in “Emoties en omgeving” en “Leren en Begrijpen”.
Om gedrag te veranderen moet je aan de slag. Gebruik de tips en voorbeelden om zelf in actie te komen.


Wat is een actielijst?

Informatie

Onderaan de pagina’s kun je voor jou relevante informatie selecteren en opslaan in een PDF.


Ga naar persoonlijke informatie
Illustratieve afbeelding over het onderwerp Emoties & Omgeving
AAN DE SLAG MET:

Emoties & Omgeving

Illustratieve afbeelding over het onderwerp Leren & Begrijpen
AAN DE SLAG MET:

Leren & Begrijpen

Illustratieve afbeelding over het onderwerp Dagelijks leven
AAN DE SLAG MET:

Dagelijks leven

Illustratieve afbeelding over het onderwerp School & CP
AAN DE SLAG MET:

School & CP

  • © 2025
  • Colofon
  • Disclaimer
  • Contact
  • Over CP & Gedrag
    • Inleiding
    • Wat is CP?
    • CP & ontwikkeling
    • CP & emotie
    • CP & opvoeding
    • Documenten, boeken en links
    • Back
  • Emoties & Omgeving
    • Inleiding
    • Omgaan met emoties
    • Omgaan met andere mensen
    • Omgaan met beperkingen
    • Zelfstandigheid & zelfvertrouwen
    • Documenten, boeken en links
    • Back
  • Leren & Begrijpen
    • Inleiding
    • De wereld ontdekken
    • De piramide van leren en begrijpen
    • Prikkelverwerking
    • Documenten, boeken en links
    • Back
  • CP & dagelijks leven
    • Inleiding
    • Slapen
    • Eten/voeding
    • Overzicht & energie
    • Back
  • School & CP
    • Inleiding
    • CP & leren en begrijpen
    • CP & sociaal emotionele ontwikkeling
    • CP & voorzieningen in het onderwijs
    • Back
Prof dr. Erik Scherder legt uit wat hersenen, CP en gedrag met elkaar te maken hebben.