De 5 G-vragen

We kijken aan de hand van een voorbeeld hoe de 5 G-vragen in zijn werk gaan.

Fabian (10 jaar) weet op school niet wat hij moet doen omdat de instructie van de opdracht te snel voor hem gegaan is (Gebeurtenis). Hij voelt zich onzeker en verdrietig (Gevoel) en denkt ‘Ik kan het niet, ik ben dom!’ (Gedachte) en gaat wat voor zich uit zitten dromen (Gedrag). Het Gevolg is dat hij zijn werk niet af heeft, het mee naar huis krijgt en boos thuis komt.

 

Wat is de Gebeurtenis, de situatie?

Soms is het nodig om aanpassingen in de Gebeurtenis aan te brengen, om de situatie te veranderen. Misschien heeft Fabian het wel nodig dat de leerkracht elke keer even bij hem checkt of hij de opdracht heeft begrepen.

 

Wat zijn de Gevoelens van je kind op dat moment?

Besteed aandacht aan eventueel verdriet of angst of andere emoties. Dit kan je het beste doen op een rustig moment als het kind zich ontspannen en op zijn gemak voelt.

 

Wat zouden de Gedachten van je kind zijn?

Bespreek met je kind zijn Gevoelens en Gedachten. Is hij echt wel dom als hij een opdracht niet heeft begrepen?

 

Wat is zijn Gedrag en wat zijn de Gevolgen?

  • De snelste manier om ongewenst gedrag te veranderen is door het gewenste gedrag te belonen (Gevolgen). Kinderen hebben vaak iets extra’s nodig om hun gedrag aan te passen. Dan kan een kleine beloning helpen het kind te verleiden het toch te durven proberen. Bij Fabian kan een complimentje van de leraar, of een leuk klusje als hij klaar is met zijn werk hem misschien helpen iets te doen wat hij eng vindt: de leraar om hulp vragen. Hoe jonger het kind hoe directer de beloning moet volgen op het gewenste gedrag.
  • Ongewenst gedrag kun je het best zoveel mogelijk negeren en er rustig/neutraal mee omgaan.
  • Ongewenst gedrag’ wil je dit natuurlijk graag ombuigen naar gewenst gedrag. Met Fabian zou bijvoorbeeld gekeken kunnen worden hoe hij het aan de leraar kan laten weten dat hij een opdracht niet heeft begrepen.
  • Als het gedrag tot gevaarlijke situaties leidt of belangrijke omgangsregels overtreedt (schelden/schoppen en slaan) wel moeten ingrijpen en duidelijk verwoorden dat dat niet gewenst.

 

Voor tips en achtergrondinformatie over praten met je kind verwijzen we naar de boeken “Luister je wel” en “Ik heb ook wat te vertellen” van Martine Delfos.