Kinderen met CP kunnen opvallend veel moeite hebben met redeneren aan de hand van visuele informatie, zoals plaatjes of geografische kaarten, terwijl redeneren aan de hand van verbale informatie vaker minder moeite kost.
Gevolgen
Nog los van eventuele motorische beperkingen zijn vaardigheden als deze vaak erg lastig: puzzels maken, inzicht in (geometrische) figuren, roteren van plaatjes en het overzien van plaatjes met veel details.
Kinderen met CP hebben vaak meer moeite met tekenen, het overzien van een vol werkblad, het lezen van een grafiek of landkaart, knutselen en bouwen.
Door de relatief sterke verbale vaardigheden kunnen kinderen gemakkelijk overvraagd worden.
Het volgen en/of uitstippelen van een route is lastig.
Als kinderen problemen hebben met het overzien van plaatjes, kunnen ze bijvoorbeeld ook problemen krijgen bij rekenen, aardrijkskunde, economie en techniek.
Wat kun je doen?
Als redeneren aan de hand van verbale informatie minder moeite kost, maak gebruik van de verbale vaardigheden. Laat het kind bij plaatjes de samenhang en opbouw, volgorde en andere visueel-ruimtelijke aspecten zoveel mogelijk verwoorden.
Geef kinderen die verbaal sterk zijn vooral verbale instructies, want die pakt het kind makkelijker op dan informatie die met behulp van plaatsjes wordt gegeven.
Laat het verbaal sterke kind beschrijven in woorden wat het ziet, denkt en doet (zelfspraak) bij het uitvoeren van handelingen of redeneren. Met behulp van zelfspraak kan hij de visuele informatie makkelijker uitvoeren en onthouden. Je kunt dit ook toepassen bij praktische handelingen zoals bij het maken van een puzzel.
Je actielijst is nog leeg. Vul de lijst door tips op basis van situaties te selecteren in “Emoties en omgeving” en “Leren en Begrijpen”.
Om gedrag te veranderen moet je aan de slag. Gebruik de tips en voorbeelden om zelf in actie te komen.