Leren en geheugen

Bij kinderen met CP is het geheugen niet per se een specifiek zwakke kant. Ze kunnen net als kinderen zonder CP informatie onthouden voor kortere of langere tijd, bijvoorbeeld jaartallen van geschiedenis of regels. Maar wanneer er problemen bestaan op andere cognitieve gebieden kan het wel lijken alsof er problemen in het (werk)geheugen zijn.

Gevolgen

• Een vertraagd tempo van informatie verwerken kan ertoe leiden dat informatie die te kort wordt aangeboden onvoldoende verwerkt wordt om goed op te kunnen slaan.
• Daarnaast is gerichte aandacht nodig om informatie op te kunnen slaan. Lijkt informatie onvoldoende onthouden, dan is het belangrijk om te bekijken of er bij het proces van informatie inprenten en opslaan problemen ontstaan. Eenmaal opgeslagen informatie blijft bij kinderen met CP vaak goed behouden.
• Als een kind informatie niet goed kan opslaan, kan het ook de instructies in de klas niet vasthouden en niet toepassen. Het kind maakt fouten of begrijpt niet wat het moet doen. Dit belemmert uiteraard de schoolprestaties, maar is ook funest voor het zelfvertrouwen.

Wat kun je doen?

• Geef informatie rustig en na elkaar.
• Bied niet tegelijkertijd verschillende informatie aan, maar bespreek één ding tegelijk.
• Herhaal informatie, instructie of uitleg.
• Kijk hoe je, afhankelijk van onderliggende problematiek (aandacht, tempo van informatieverwerking, waarnemen, belastbaarheid), problemen met het opslaan van informatie kunt verminderen.
• Gebruik pictogrammen of een lijstje die het kind kan afvinken als het de desbetreffende taak gedaan heeft. Zo wordt het steeds eventjes herinnerd aan wat er verder nog gedaan moet worden.
• Maak samen een planning. Bij het maken van een planning voor het leren heeft een kind nog regelmatig hulp nodig. Zeker als het kind zwakke plannings- en organisatievaardigheden heeft.
• Maak met het kind een planning voor het leren van de volgende toets. Deel de planning op in kleine stukjes.
• Bij het leren van een toets, bijvoorbeeld bij topografie kunnen deze tips ook helpen:
  • Vergroting van de kaart
  • (Samen) verwoorden wat er op de kaart te zien is
  • Verbale ezelsbruggetjes bedenken, bijvoorbeeld ‘TV-TAS’ voor Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog
  • Een stukje van de kaart afdekken
  • Meer tijd geven bij het maken van de toets
  • De toets mondeling afnemen
  • Aanpassingen in de hoeveelheid die het kind moet leren per toets
• Creëer succeservaringen. Om gemotiveerd te blijven en het plezier in werken te behouden is het belangrijk dat het kind binnen zijn eigen mogelijkheden succeservaringen blijft ervaren.